Wat zijn de fiscale gevolgen van verschillende samenlevingsvormen? Waar moet je op letten? Samen met Rob Timmermans (hypotheekspecialist en directeur van Impact Groep) geven we je tips en voorbeelden.

Als je hypotheekadvies geeft aan 2 partners die een woning kopen, moet je eerst uitzoeken in welke gemeenschap de woning valt:

  • Algehele gemeenschap van goederen
  • Beperkte gemeenschap van goederen
  • Eenvoudige gemeenschap
  • Eenvoudige gemeenschap

Een eenvoudige gemeenschap is een gemeenschap waarin de woning ook in een andere eigendomsverhouding kan worden gekocht dan 50%/ 50% (zoals bij samenwoners). Maar ook bij partners die gehuwd zijn onder huwelijkse voorwaarden (waarbij de woning niet in een beperkte gemeenschap valt) is sprake van een eenvoudige gemeenschap.

Gevolgen eigenwoningschuld.

In april 2017 gaf staatssecretaris van Financiën Wiebes zijn visie op de wijze waarop de hoogte en de samenstelling van de eigenwoningschuld kan worden vastgesteld als partners samen een woning kopen. De civielrechtelijke schulden volgen de eigendomsverhouding in de woning waarbij elke partner zijn/haar eigen fiscale eigenwoningverleden behoudt. Als één van de partners eigen middelen inbrengt dan ontstaat hierdoor een vordering op de andere partner voor de helft van het ingebrachte bedrag. Deze regeling leidt in de praktijk vrijwel altijd tot box 3 leningdelen en tot een ongewenste samenstelling van de hypotheek.

Goedkeurend besluit.

Staatssecretaris van Financiën Snel (de opvolger van Wiebes) publiceerde op 30 januari 2018 een Goedkeurend besluit. In dit besluit keurt de staatssecretaris goed dat het eigenwoningverleden van beide partners bij helfte wordt verdeeld. Daarna bepaal je de individuele eigenwoningschuld en het eigenwoningverleden. Daarbij geldt dat:

  • De partners de woning in de verhouding 50%/50% aankopen en de schuld in diezelfde verhouding aangaan
  • De eigenwoningreserve bij helfte verdeeld wordt
  • Draagplichtovereenkomst

Partners waarbij de woning in een eenvoudige gemeenschap valt, kunnen ook kiezen voor een andere interne draagplicht (een draagplichtovereenkomst). Hierbij maken de partners specifieke afspraken over de onderlinge schuldverhouding. In de praktijk komt het erop neer dat iedere partner zijn/haar deel van de verwerving financiert en het eigen fiscale eigenwoningverleden hierop toepast. Dit is de meest zuivere wijze waarop het aandeel in de eigenwoningschuld kan worden vastgesteld. Dat komt doordat de inbreng van eigen middelen in het begin niet tot een vergoedingsrecht maar tot een lagere eigenwoningschuld voor die partner.

Tips voor het advies.

Bij de keuze voor toepassing van de wettelijke regeling (zoals vermeld in de Kamerbrief van 14 april 2017) bij een eigenwoningverleden ontstaat altijd een conflict tussen de civiele en fiscale schuldverhoudingen. Dit leidt daarom nooit tot een optimale fiscale constructie.

Het advies voor het Goedkeurend besluit of de draagplichtovereenkomst (als er sprake is van ten minste één eigenwoningverleden) is fiscaal het meest optimaal. De andere interne draagplicht is uitsluitend mogelijk bij partners waarbij de woning in een eenvoudige gemeenschap valt.

Zijn beide adviesopties mogelijk? Maak dan de gevolgen van beide keuzes inzichtelijk voor jouw klant. Leg deze opties ook vast in het adviesdossier.

Houd verder bij het Goedkeurend besluit rekening met de gevolgen als de partners hun relatie verbreken. In dat geval moeten beide partners in de toekomst (vanwege de vermenging van de eigenwoningverledens) ook rekening houden met de helft van het eigenwoningverleden van de andere partner.

Leg daarbij het advies, de vergelijkingen en de klantkeuzes met een goede motivatie vast. Zo kun je ook achteraf nog duidelijk zien hoe het advies tot stand is gekomen.